Startpagina » Leven » Heeft u het imposter-syndroom? 10 Tekenen waarvan je niet denkt dat je goed genoeg bent

    Heeft u het imposter-syndroom? 10 Tekenen waarvan je niet denkt dat je goed genoeg bent

    Je hebt tal van prestaties in het leven, maar toch heb je het gevoel dat het niet echt is of het lijkt alsof het een toevalstreffer is. Het Impostorsyndroom gaat over het gevoel dat je een grote nep bent in alles wat je doet, alsof je niet echt goed genoeg bent. Hier zijn 10 tekens waar je mee worstelt.

    Je voelt je als een fraudeur. Misschien is het belangrijkste teken van het impostorsyndroom dat je je een grote nep voelt. Je ziet dat wat je zegt en doet niet echt is. Je voelt je alsof je een personage speelt in een film of doet alsof je iemand anders bent. Je denkt dat anderen een verkeerd beeld van je zien in plaats van de echte jij te zien (de jij waarvan je denkt dat die supergebrek heeft).

    Je worstelt om complimenten te accepteren. Wanneer anderen je complimenteren, voelt het alsof ze liegen. Ze kunnen onmogelijk op die vriendelijke manier over je praten. De complimenten stuiteren meteen van je af. Je bent gewend om zelfspot te hebben als reactie op lof in plaats van gewoon "dank u" te zeggen. Je zou het gevoel kunnen hebben als iemand denkt dat je iets goed hebt gedaan, dan zullen ze dat de volgende keer van je verwachten en dat is angstaanjagend.

    Jij overwerkt. Je hebt het gevoel dat je je tekort moet compenseren, alsof je gewoon niet genoeg doet. Je overwerkt in een poging je te voelen alsof je aan het volbrengen bent wat je wilde bereiken en vaak raak je jezelf in het proces uit. Veel van dit komt voort uit dat gevoel als een valse, alsof je extra hard moet werken om je collega's op te vangen.

    Je neigt naar perfectionisme. Het moet de beste van het beste zijn of helemaal niet goed. Als perfectionist houd je jezelf aan ongelooflijk hoge standaarden die totaal onbereikbaar zijn. Als je zelfs maar een klein beetje tekort schiet, voel je je een enorme mislukking. Kleine fouten maken dat je jezelf als een mens vraagt. Omdat je zulke hoge verwachtingen van jezelf hebt, heb je het vaak moeilijk om dingen te beginnen.

    Je vergelijkt jezelf regelmatig met anderen. Niets dat u doet is goed genoeg, vooral als u uzelf vergelijkt met degenen die u als beter beschouwt dan uzelf. Je vergelijkt je behind-the-scenes met de highlight-reel van iemand anders. Alleen het beste van een persoon zien en het met het slechtste vergelijken. Dit geeft je een klein gevoel en vernietigt je ego.

    Je hebt een enorme faalangst. Je doet alles met de nodige voorzichtigheid, denkend dat de hele structuur op je hoofd zal instorten. Je denkt dat falen onvermijdelijk is omdat je negatieve zelfbespreking zo vaak voorkomt. De gedachte aan mislukking maakt je doodsbang. Het verlamt je en maakt het moeilijk voor je om dingen voor elkaar te krijgen. Imposter syndroom voedt zich met je diepste angsten en dit is een grote.

    Je focust op wat ontbreekt. In plaats van alle geweldige dingen die je hebt bereikt op te merken, doe je er alles aan wat er mis is met een situatie. Je gaf een geweldige speech van 20 minuten en struikelde maar één keer over je woorden. In plaats van je te concentreren op de hele speech, die geweldig was, concentreer je je op dat korte moment waar je een beetje verknoeide.

    Je bent ingesteld op het idee dat je niet goed genoeg bent. Imposter-syndroom fluistert constante twijfel en negativiteit in je oren. Een van de luidste berichten die je krijgt, is dat je gewoon niet goed genoeg bent, dat er iets fundamenteel mis met je is. Het vertelt je dat je onmogelijk iets goeds kunt bereiken omdat je zo'n rotzooi bent.

    Je zegt dat je succes komt door geluk. Het is heel gewoon voor je om te zeggen dat iets dat voortkomt uit hard werken puur geluk was. Je schrijft je succes toe aan geluk alsof je niet eens een handje in de zaak hebt. Je perceptie van je mogelijkheden is super scheef, omdat je gewoon niet denkt dat je genoeg bent.

    Je hebt het moeilijk met perspectief. Je worstelt om het grotere geheel te zien. Je ziet niet alle gebieden waarin je bent opgegroeid en in plaats daarvan kijk je uit naar al je fouten. Je hebt ook een moeilijke tijd om de positieve aspecten van het leven te zien, vooral als het gaat om je eigen leven. Anderen kunnen je helpen het perspectief te herwinnen, maar in je kern heb je het moeilijk om het te behouden.